Visie op het leren van het jonge kind
In de groepen 1 en 2 wordt de basis gelegd voor het vervolgonderwijs op OBS De Notenkraker. Daarnaast onderkennen wij dat het onderwijs aan kinderen in deze groepen onderscheiden dient te worden van het onderwijs aan kinderen in de groepen 3 t/m 8. Het spreekt voor zich dat deze scheidingslijn niet scherp is, de overgang is geleidelijk. Allereerst vinden wij het belangrijk dat een kind zich veilig voelt in de klas en zichzelf kan zijn. Vanuit die basisveiligheid komen leerlingen tot ontwikkeling. Ook willen wij onze leerlingen betrekken bij het onderwijs en hun nieuwsgierigheid aanspreken door ze uit te dagen hun talenten te leren kennen en ontwikkelen.
OBS De Notenkraker hanteert een programmatische werkwijze. Dit houdt in dat er in principe gewerkt wordt volgens een vaste structuur met vooraf geplande activiteiten. Er is een vast dagritme en de rol van de leerkracht is sturend. Naast deze bovengenoemde werkwijze kiezen wij als school ervoor elementen uit het ontwikkelingsgericht en ervaringsgericht onderwijs te integreren in onze manier van lesgeven. Hierdoor kan een kind zich optimaal ontwikkelen en doen ze ervaringen op, waarbij het initiatief meer bij het kind ligt.
Wij werken met thema’s en hebben de totale ontwikkeling van het kind voor ogen. Dit doen we door de leerling te betrekken bij de eigen ontwikkeling en op hun nieuwsgierigheid te reageren. Wij vinden het belangrijk om onze leerlingen goed in beeld te hebben. Het observeren van de leerlingen is een belangrijke vaardigheid voor ons als leerkracht. Op deze manier krijgen we een goed beeld van onze leerlingen en kunnen we aansluiten bij de ‘zone van de naaste ontwikkeling’. Daarnaast geven observaties tijdens het spel ons input over hoe we de kinderen kunnen stimuleren om hun spel te verdiepen en welke materialen en spelsuggesties we kunnen toevoegen om dit te bereiken. Vanuit een gemeenschappelijk gedragen visie zijn we gericht op samenwerken en leren van elkaar. We maken gebruik van de methode Schatkist als leidraad en hebben professionele ruimte om keuzes te maken in ons aanbod om daarmee aan te kunnen sluiten bij de kinderen in onze groep.
De thema’s werken we uit in o.a. uitdagende hoeken, betekenisvolle activiteiten en (kleine) kringactiviteiten. We laten de doelen zoveel mogelijk aan bod komen in de hoeken, maar ook in andere situaties. We betrekken de kleuters bij het inrichten van de hoeken (ideeën, materialen meenemen en maken). De hoeken zien er aantrekkelijk en opgeruimd uit, waar mogelijk maken we gebruik van echte materialen. We benutten de ruimtes in de school optimaal en maken bewuste keuzes als het gaat om de inrichting van ons lokaal (bijvoorbeeld hoeveel ruimte voor hoeken, hoeveel tafels in het lokaal). We stimuleren als leerkrachten een betrokken en nieuwsgierige houding bij leerlingen door het stellen van goede vragen die het denkproces bevorderen. We geven de creativiteit en eigenheid van de kinderen ruimte in de werkjes die we laten maken. Dit betekent dat we kinderen de gelegenheid geven tot autonomie door niet hetzelfde werkje te hoeven maken, zonder dat dit ten koste gaat van het aanleren van bepaalde vaardigheden. Wij observeren onze leerlingen regelmatig, bespreken deze samen en houden de ontwikkeling van de kinderen bij in een observatiesysteem: KIJK. Onze observaties kunnen leiden tot een aanpassing van ons aanbod.